Werken en studeren aan de UGent kan alleen maar goed gebeuren wanneer ook de materiële omstandigheden dat toelaten, zowel voor studenten als personeel. Voor de studenten betekent dit dat er degelijke studentenvoorzieningen (studentenresto’s, homes, studentenpsychologen, financiële voorzieningen …) moeten zijn. De universiteit heeft dan ook een sociale opdracht ten aanzien van haar studenten en moet er mee voor zorgen dat ze hun studententijd optimaal kunnen beleven. Het samenbrengen van verschillende diensten in het studentencentrum is een positieve ontwikkeling die de zichtbaarheid van de ondersteuning zal vergroten, maar er is nog ruimte om de kenbaarheid ervan te verhogen zodat iedere student kan rekenen op de nodige ondersteuning.

Daarnaast moet er natuurlijk de nodige infrastructuur zijn voor de onderwijs- en onderzoeksactiviteiten, en werkplekken voor onze medewerkers. Met ‘UGent Verbeeldt 2050’ heeft de universiteit een visie over waar ze tegen 2050 wil staan met haar gebouwenpark. We moeten echter ook de financiële haalbaarheid van de ermee gepaard gaande verhuisbeweging, nieuwbouw en verbouwingen kunnen garanderen. Bovendien blijft de duurzaamheid van ons gebouwenpark een bezorgdheid in het licht van de klimaatdoelstellingen die de universiteit zich heeft vooropgesteld.

Om zowel op korte als lange termijn onze studentenvoorzieningen en infrastructuur verder te verbeteren en zo van de UGent een warme en duurzame leer- en werkomgeving te maken, zetten we in op drie beleidslijnen.

  1. Meer beschikbare en toegankelijkere plekken voor studie- en onderwijsactiviteiten creëren

Bij studenten leeft een grote vraag naar meer en langer toegankelijke studieplekken, zowel voor individueel werk als groepswerk. Op basis van een vergelijking die de studentenvertegenwoordigers in de Raad van Bestuur opstelden, blijkt dat we als UGent over minder studieplekken per student beschikken en dat de studieplekken minder lang toegankelijk zijn dan aan andere universiteiten. Dat geldt zowel doorheen het academiejaar als tijdens de blokperiode. Om beter in te spelen op de vraag van studenten, onderzoeken we daarom ten eerste de haalbaarheid van een systeem waarbij studenten online live kunnen volgen waar en hoeveel studieplekken er nog vrij zijn. Ten tweede bekijken we of we studieplekken zoals bibliotheken langer kunnen openhouden met hulp van vrijwilligers of eventueel jobstudenten. In sommige faculteiten is dit al een bestaande praktijk die we verder willen uitrollen.

Ten tweede beschikt de UGent over verschillende gebouwen, in het bijzonder de oudere, die niet voor alle studenten fysiek toegankelijk zijn. Anno 2025 is het echter niet meer te verantwoorden dat niet iedere student aan de onderwijsactiviteiten kan deelnemen omwille van toegankelijkheidsbeperkingen, bijvoorbeeld studenten met een rolstoel. Als inclusieve instelling, zorgen we er dan ook voor dat op korte termijn de toegankelijkheid van bestaande gebouwen wordt vergroot. Bij de bouw of renovatie van gebouwen moet het daarnaast een evidentie zijn dat deze voor eenieder toegankelijk zijn.

In het kader van de digitalisering moeten we daarnaast blijven inzetten op verdere en betere uitrusting van leslokalen en auditoria die beantwoord aan de noden van lesgevers en studenten. Contactonderwijs is vandaag nog steeds uitermate belangrijk en dat zal in de toekomst niet veranderen. De digitalisering van het onderwijs laat evenwel combinaties van contact- en online onderwijs toe. Dit vereist nog meer dat de technische infrastructuur up-to-date blijft zodat lesgevers deze vlot kunnen gebruiken en studenten een kwaliteitsvolle leerervaring kunnen hebben. Dit gaat onder meer over opname- en streaming apparatuur die zorgen voor hoge kwaliteit; meer opnamestudio’s zodat lesgevers gemakkelijker kennisclips en opnames kunnen maken; …

  1. Betaalbare en duurzame studentenvoorzieningen garanderen

De studentenaantallen zullen de komende jaren nog stijgen en daardoor ook de nood aan kwaliteitsvolle en betaalbare studentenhuisvesting. De renovatie van drie homes is al gepland en de bouw van meer studentenkamers in eigen beheer is al in het vooruitzicht gesteld. Dit zijn belangrijke inspanningen want naast de toegenomen vraag naar studentenhuisvesting in het algemeen, is tezelfdertijd ook de vraag naar meer betaalbare studentenkamers gestegen. Binnen de grenzen van wat financieel haalbaar is, blijven we in de komende beleidsperiode inzetten op deze lijn. Hoe meer we als universiteit zelf inzetten op dit beleid, hoe meer we marktsturend kunnen zijn.

Wat de andere studentenvoorzieningen betreft, zullen deze worden samengebracht in het studentencentrum in de Sint-Pietersnieuwstraat, in de nabijheid van het rectoraat. Dit zal de zichtbaarheid van alle diensten die we studenten aanbieden – studentenpsychologen, het ontlenen van materiaal zoals laptops, financiële steun … – verbeteren. Veel studenten hebben echter geen les op de campussen in het centrum. We moeten er daarom actief op inzetten dat ook studenten die les volgen op de campus in Merelbeke, campus Ardoyen, op de campus van het UZ … weten op welke hulp ze beroep kunnen doen en deze ook weten te vinden. Meer gerichte informatie hieromtrent is nodig zodat elke student weet welke voorzieningen er zijn en de hulp kan vinden die men nodig heeft.

In lijn met ons duurzaamheidsbeleid blijven we daarnaast ook verder inzetten op de energiezuinigheid van de studentenhuisvesting. Hetzelfde geldt voor de maaltijdvoorzieningen: die moeten gezond, lekker en ecologisch zijn. Bovendien moeten we iedere UGent’er in voldoende nabijheid van de werk- of studieplek een warme maaltijd aanbieden. Samen met de studenten en het personeel blijven we daar verder naartoe werken en zorgen we voor een aanbod dat bovendien betaalbaar is.

  1. Bouwen van en verbouwen tot toekomstgerichte werkplekken

Met ‘UGent Verbeeldt 2050’ heeft de universiteit een toekomstplan voor haar gebouwenpark. Deze enorme operatie heeft tot doel de verschillende campussen van de universiteit samen te brengen in drie clusters: in het centrum van de stad, rond het UZ en op het wetenschapspark in Zwijnaarde. De financiële haalbaarheid van dit plan moet echter nog nader onderzocht worden zodat de universiteit geen financiële engagementen aangaat die ze niet kan dragen. Tijdens de komende beleidsperiode is het dan ook prioriteit om te verzekeren dat de infrastructuurplannen ook financieel haalbaar zijn. Enkel zo kunnen we garanderen dat wanneer er nieuwe gebouwen komen, deze voldoen aan de onderwijs- en onderzoeksnoden van studenten en personeel.

2050 is evenwel nog ver weg en bovendien houdt dit plan niet in dat alle huidige gebouwen worden verlaten of alle gebouwen van de universiteit zullen worden gerenoveerd.  Om als universiteit onze klimaatdoelstellingen te halen, moeten we blijven investeren in de verdere verduurzaming van de gebouwen. In eenzelfde oefening moeten we samen met de betrokken medewerkers bekijken of bij bouwwerken de infrastructuur nog voldoet aan de actuele noden. Werken gebeurt steeds flexibeler. We moeten dus zorgen voor plekken waar personen zich kunnen concentreren en doorwerken, ruimtes voor samenwerking, flexwerkplekken … en informele ontmoetingen tussen collega’s. Hetzelfde geldt voor de infrastructuur voor onderwijs en onderzoek. Bij verbouwingen moeten we garanderen dat auditoria, lokalen, laboratoria … voldoen aan de huidige en toekomstige onderwijs- en onderzoeksnoden. Soms kunnen kleine ingrepen het verschil maken, bijvoorbeeld door meer stopcontacten te voorzien voor studenten die een laptop gebruiken; soms zijn grotere ingrepen nodig die met medewerkers en studenten moeten worden bekeken. Ook moeten we natuurlijk realistisch zijn: de financiële haalbaarheid blijft een bepalende voorwaarde.