De UGent staat voor excellent en impactvol onderzoek, zowel fundamenteel als toegepast. Het onderzoek is idealiter interdisciplinair, ingebed in een internationale context, economisch en maatschappelijk relevant en ligt aan de basis voor het onderwijs en de dienstverlening aan de universiteit. Academische vrijheid, daadwerkelijke samenwerking, en voldoende tijd en middelen voor onderzoek vormen de hoeksteen van ons onderzoeksbeleid. Gelet op onze maatschappelijke opdracht als universiteit, gaat dit samen met een focus op onderzoeksvalorisatie en wetenschapscommunicatie.

Het is in de huidige maatschappelijke context van belang om ons voldoende bewust te zijn van onze waarden en in het bijzonder de academische vrijheid. Vrijheid van denken is een essentiële voorwaarde voor grensverleggend onderzoek. Dit houdt onder meer de vrijheid in om te bepalen wat wordt onderzocht en hoe het onderzoek wordt gevoerd. We willen garant staan voor deze vrijheid omdat ze essentieel is voor de ontwikkeling van kennis en van een brede waaier aan feitengebaseerde inzichten en meningen. Die vrijheid beschermt ons ook tegen druk van overheden, bedrijven of andere externe partijen. Natuurlijk is die vrijheid niet onbeperkt. We doen op een verantwoordelijke wijze aan onderzoek en hanteren daarbij de strengste principes van wetenschappelijke integriteit en ethiek.

Als universiteit zetten we in op een beleid dat onderzoekers in elke fase van hun traject ondersteunt en stimuleert. Voor de komende beleidsperiode kiezen we daarom voor de volgende vier speerpunten:

  1. Versterken van samenwerking en openheid: de kracht van interdisciplinariteit en interprofessionaliteit

Een doorgedreven samenwerking leidt tot wetenschappelijke vooruitgang. We pleiten daarom voor samenwerking over disciplines, instellingen en sectoren heen: niets mag zulke onderzoekssamenwerking in de weg staan. Enkel samen vormen we de sterkste onderzoeksteams waarin niet alleen de absolute top wordt gewaardeerd, maar waarin iedereen bijdraagt aan een teamcultuur van wetenschappelijke excellentie. Vanzelfsprekend kan worden samengewerkt over onderzoeksgroepen, vakgroepen en faculteiten heen. Het UZGent, de strategische onderzoekscentra (SOCs) en de hogescholen van onze associatie vormen natuurlijke partners, waarmee we graag en in alle openheid samenwerken, zonder dat het institutioneel eigenbelang voorop hoeft te staan. We denken in termen van een natuurlijke alliantie, waarin we elkaar helpen en expertise- en kennisuitwisseling de norm zijn.

De UGent beschikt over hoogtechnologische onderzoeksinfrastructuur die beter kan worden benut dan vandaag. We evalueren en optimaliseren onze ‘core facilities’, zodat onze onderzoeksmiddelen doelgericht worden ingezet. We stimuleren samenwerking tussen diensten om onze infrastructuur beter af te stemmen op onderzoeksvragen en zijn – ook om reden van duurzaamheid – niet bang van samenwerking met private actoren in de vorm van publiek-private partnerschappen. Dit alles moet bijdragen aan de binnen- en buitenlandse positionering van UGent als een onderzoeksinstelling met toonaangevende expertise, hoogwaardige apparatuur en datainfrastructuur .

We vergroten daarnaast de zichtbaarheid van onze interdisciplinaire netwerken, zodat ze ook nationaal en internationaal als model kunnen dienen. We verzamelen onderzoekers en professionals om samen maatschappelijke en economische uitdagingen aan te gaan. Er is nog ruimte om onderzoekers uit verschillende faculteiten die rond dezelfde thema’s werken, meer samen te brengen.

We zetten ook in op internationale samenwerking. De UGent is een loyale partner in het Enlight-netwerk, een alliantie van tien Europese universiteiten met de ambitie om van onze studenten mondiaal betrokken burgers te maken. We exploreren de mogelijkheden om het potentieel van dit netwerk te vergroten, bijvoorbeeld door samenwerking op het vlak van onderzoekscoördinatie en fundraising. We versterken ook onze andere internationale samenwerkingen door een gedegen effectieve ondersteuning aan te bieden op maat van onze onderzoekers en de door hen beoogde samenwerkingsverbanden, en dit in lijn met ons internationaliseringsbeleid.

  1. Voldoende tijd en middelen voor onderzoek: de fundamenten voor kwaliteit en vooruitgang

Wetenschappers moeten zich kunnen concentreren op hun onderzoek, niet op administratie en procedures. We staan dan ook ten volle achter het systeem van een voldoende hoge BOF-basisfinanciering en BOF-startkredieten. Deze financiering geeft onderzoekers meer tijd voor onderzoek, vermindert competitie en administratie, en verlicht de werkdruk voor selectiecommissies. Toch blijft de verdeling van de BOF-middelen om een kritische evaluatie vragen zodat middelen efficiënt worden ingezet. We monitoren de impact van de basisfinanciering op doctoraten, publicaties en externe financiering. Aan de hand van de reeds aanwezige informatie in GISMO worden onderzoeksprestaties (publicaties, aangevraagde projecten, verworven projecten, …) in beeld gebracht en gebenchmarkt met andere universiteiten.

Binnen de beschikbare BOF-enveloppe moet daarnaast voldoende geld beschikbaar blijven voor infrastructuuroproepen en postdocmandaten. Ongebruikte middelen kunnen dienen om op flexibele wijze acute en precaire onderzoeksbehoeften op te vangen. Er zijn momenteel ook nog BOF-middelen met een specifieke bestemming die niet meegenomen zijn in de hervorming richting de basisfinanciering. We starten een reflectieoefening over deze middelen en hun bestemming.

We investeren in een verregaande administratieve ondersteuning bij projectaanvragen en een adequate procedurele begeleiding bij onderzoeksprojecten. De dienstverlening en communicatie van de verschillende teams binnen het functiedomein Onderzoek en de facultaire verantwoordelijken voor onderzoek worden daarom op elkaar afgestemd. Administratieve processen rond GDPR, RDM, ethische adviezen en Europese regelgeving worden geharmoniseerd, vereenvoudigd en beter administratief ondersteund. Conform de aanbevelingen van de Onderzoeksraad gaan we na hoe we het ondersteuningsmodel van het EU-team met inbegrip van proactieve lobby-inspanningen kunnen uitrollen over de andere teams van het functiedomein Onderzoek. Om de slaagkansen bij financieringsaanvragen te verhogen, is immers een gestructureerd ondersteuningsaanbod noodzakelijk. Dit moet centraal worden gecoördineerd en toegankelijk zijn voor alle onderzoekers, ongeacht hun loopbaanfase. Een concreet voorstel daartoe is de oprichting van een ‘Core Facility: Grant Writing’, waar onderzoekers individuele ondersteuning kunnen krijgen bij hun financieringsaanvragen. Dit kan gefinancierd worden door kleine per-consultatie fees of door een percentage van succesvol verworven fondsen af te dragen aan deze ondersteuningsstructuur. Dit vermindert drempels voor onderzoekers en vergroot hun kansen op succes.

Voor onze onderzoeksfinanciering blijven we inzetten op de klassieke financieringskanalen zoals FWO, VLAIO, Horizon Europe, ERC, VLIR-UOS … Dit mag ons echter niet blind maken voor het feit dat sommige vormen van onderzoeksfinanciering onder druk staan. Als we ons als een aantrekkelijke kennispartner willen profileren, willen we ook meer dan vandaag inzetten op alternatieve financieringsbronnen. We denken dan aan strategische samenwerking met internationale en private actoren. Artificiële intelligentie biedt de mogelijkheid om systemen te ontwikkelen die helpen bij een betere interne en externe matchmaking van onderzoekers en onderzoeksopportuniteiten. Tezelfdertijd willen we als universiteit blijvend onze stem laten horen bij de Vlaamse regering, de VLIR, het FWO en andere relevante instanties om het belang van het onderzoek en degelijke financiering ervan te benadrukken.

  1. Wetenschap met impact: sterke wetenschapscommunicatie en slimme valorisatie

Excellent onderzoek verrichten is één zaak, we willen dat ons onderzoek ook zichtbaar is voor de buitenwereld. Onderzoek moet zichtbaar en vindbaar zijn, zowel voor een gespecialiseerd als breed publiek. UGent Research Explorer (en achterliggend GISMO) wordt verder ontwikkeld met het oog op een betere bruikbaarheid voor externe communicatie en een hogere interne en externe zichtbaarheid van ons academisch werk. Dit is meteen ook een incentive voor iedereen om de gegevens tijdig en correct aan te leveren. De integratie van Communicatie en Marketing in dezelfde universiteitsdienst (UD1) als Onderzoek biedt bovendien kansen om het onderzoek van de UGent nog meer aan de buitenwereld te tonen. Collega’s worden uitgenodigd om actief aan wetenschapscommunicatie te doen en zullen hierbij op ondersteuning kunnen rekenen.

Onderzoek genereert kennis en inzichten. Idealiter heeft ons onderzoek ook economische en/of maatschappelijke impact. Dit vereist een goede valorisatiestrategie, die we willen versterken door een aantal gerichte keuzes te maken. De middelen van het Industrieel Onderzoeksfonds (IOF) worden volgens ons beter prioritair ingezet voor valorisatie-initiatieven, eerder dan voor het financieren van onderzoek zelf. Hoewel het ene onderzoek zich al beter leent tot valorisatie dan het andere, geloven we dat er in alle onderzoeksdomeinen opportuniteiten toe zijn. Ondernemerschap en valorisatie willen we daarom in alle faculteiten structureel en snel ondersteunen, door het IOF en TechTransfer. Omwille van het belang van valorisatie – ook voor de universiteit zelf – onderzoeken we hoe we onderzoekers beter kunnen motiveren om hun werk en expertise in maatschappelijk en economisch opzicht te vertalen. Aangezien valorisatie in samenwerking met de private sector vaak vraagt om een snel en flexibel te kunnen werken, willen we ook nagaan of en hoe het personeelsbeleid beter kan inspelen op acute personeelsnoden zodat we samenwerkingen alle kansen kunnen bieden.

  1. Een stimulerende, inspirerende en verbindende onderzoeksomgeving die investeert in talent

Academische vrijheid, wetenschappelijke uitdagingen, tijd en middelen voor onderzoek, valorisatiemogelijkheden en wetenschapscommunicatie … het zijn allemaal elementen die bijdragen aan de stimulerende onderzoeksomgeving die de UGent voor haar medewerkers en haar studenten wil zijn. Talent behouden, expertise verankeren en investeren in kenniscontinuïteit zijn echter meer dan zomaar aandachtspunten. We engageren ons voor duidelijke loopbaanperspectieven en een daadwerkelijke ondersteuning van onze onderzoekers, zodat we van de UGent een omgeving maken waarin onderzoekers kunnen groeien, kennis structureel wordt verankerd en braindrain wordt voorkomen.

Verder kan de UGent actiever inzetten op headhunting en een aantrekkelijker werkklimaat bieden om internationaal toptalent aan te trekken en te behouden. Dit kan door middel van betere selectieprocedures, verbeterde begeleiding van internationale onderzoekers en extra initiatieven zoals verhuisvergoedingen, onderwijsvoorzieningen voor kinderen en carrièreondersteuning voor partners van onderzoekers, in lijn met ons internationaliseringsbeleid. Bovendien is er nood aan betere coaching van beloftevolle studenten die een academische carrière ambiëren. We verbeteren de feedbackprocessen op  projectvoorstellen die zij voorbereiden om hun slaagkansen te verhogen.